Ik leef in een netwerk van wortels van bomen. Mijn herkomst, mijn eigen leven, de mensen om mijn heen en de dingen die ik interessant vind. Tevredenheid en een laagje dieper betrokkenheid.
Zelf volg ik grotendeels de plaats waar de wortels zijn en soms maak ik een overstapje naar een andere dichtbij zijnde wortel. Een andere kern en nieuwe sporen. Ik kan niet zomaar naar een andere
plek maar ik kan wel mijn sporen in een bepaalde richting laten gaan. En zo leer ik hoe ik verder op dat pad
kom.
Zelf iets uitlokken en mijn ideeën verspreiden. En soms zijn ideeën voor mij nog niet helemaal zichtbaar. Dan kijk ik waar ik ben en zie ik met een spiegel wat ik inmiddels onder mijn hoed
heb verzameld. En op welke manier verspreiden de sporen zich en waar komen ze terecht? Dan probeer ik een richting uit en soms voel ik mij als een zeespons waar je het water uit kunt wringen.
Maar er komt een moment dat ik ga terugveren en opeens schieten vele vormen als paddenstoelen uit de grond.
Het is zondag 11 oktober 2015 te Makkum en dan kijken we naar de windsurfers en de golven van het water en dat doen we in het hier en nu en niet veel later. De koude lucht aanvoelen, door het
zand ploeteren en vooral niets moeten. Wandelend over het resort, het IJsselmeer die zich wast, in de verte de windsurfers, de geur van het machtige water, de strandpaviljoens en de vele Duisters
waar het zeker niet aan schort. De wind die je gedachten wegneemt, zwevend over het meer, steeds verder weg en dan besef je dat je alleen nog de horizon waarneemt. Het gevoel van rust krijgt
steeds meer de overhand en je problemen, pijn of nare gevoelens verdwijnen vervolgens in je voetsporen. En die voetsporen zijn diep maar de golven spoelen ze weg alsof er nooit iemand liep.
Sommige gedachten zijn gebleven maar daar hoeven we geen oordeel aan te geven. De gedachtemachine is uit gerateld, je bent gewoon weer jezelf en wanneer er weer automatische gedachten opkomen,
dan schrijven we ze in het zand en merk op hoe het daarna met je is gesteld. En dan besef je dat dit moment van loslaten er was voor even en dan keer je weer terug naar je gehaaste leven. En toch
zal je zien dat door oefening ook jij in het drukke leven je gedachten kan ordenen door ze te benoemen en ervaar hoe het je bevrijdt van alles wat de gedachtemachine laat opdoemen.
Vandaag gewandeld door het ingedijkte gebied van het Bildt, mooi weer, hier en daar nog wat ijs op de heinsloten, http://bit.ly/eZQ3mA,
Kloosters in Friesland. Doordat de aanhangers van het protestantisme erg gekant waren tegen het vereren van heiligen, zoals dat toen in de Rooms-Katholieke kerk gebruikelijk, werden dus veel
katholieke heiligdommen vernield. Maar ook vielen ze aan de Staten van Friesland en werden ze vervolgens afgebroken. Deze premonstratenzer mannenklooster stond in Hallen en was in 1163 gesticht
door Frederik van Hallum. Frederik was pastoor in Hallum en had de wenst om een kloostergemeenschap te beginnen. Mede met de inkomsten uit de kerk kon hij na het overlijden van zijn moeder de
stichting oprichten. Met de nodige paterniteit ontstond er dus een middeleeuwse klooster waar men ieder geval seculiere activiteiten evengoed toestond. Mariëngaarde was evengoed zoals alle
middeleeuwse kloosters een welvarende klooster in het middeleeuwse Friesland waarbij landbezit het fundament was. Verder was Mariëngaarde een middeleeuwen havenplaats waar tussen Hamburg en
Vlaanderen goederen werden heengevoerd en opgeslagen voor verder vervoer. Er werd dus geëxploiteerd middels uithoven naar deze stapelplaatsen.
Maandag 4 juli, de eerste echte vakantiedag in het tussenseizoen en het moment om mijn tijd ergens anders te voldoen. En waar? Camping De Lepelaar. En niet zomaar, want het is kamperen
tussen de duinrozen, berken en rozenbottelstruiken. En daar werd ik dan helemaal bruin op de top van de duin. De Lepelaar ligt aan de Westerduinweg te
Sint Maartenszee. Verderop zijn veel dorpjes met kleine winkeltjes.
De volgende dag ging ik naar het rustige strand Abbestee bij Callantsoog. Al in de negende eeuw was deze plek bewoond. Op de zandbank lag Kallinge en door een stormvloed ontstond het oog. Doordat
het gebied steeds kleiner werd, verdween Callingen in den Oge geheel. Ook het eiland ’t Oghe werd is door de watersnood in de zestiende eeuw geheel verwoest. Vervolgens vluchtte de mensen naar
een duinvallei en daar werd dus een nederzetting gesticht, Callensoog.
Het is een mooie zomerdag, veel uren zon, wandelen langs het strand, de wind door de haren, de zee die zich wast, af en toe in de verte een bui, de geur van de machtige zee, de strandpaviljoens
en verder de mooie luchten. En opeens schiet er een strand bal bij windkracht 4 voorbij. Vervolgens een rennende kleuter en opa er achter aan. Maar ze kunnen het niet bijbenen en een paar honderd
meter verder zie je ze beide tussen alle mensen verdwijnen.
Nog even een keer in de zee zwemmen. De golven over je heen, de smaak van het zoute water, zeilboten, zeevissers, vliegers, in de verte zeilboten, kitezeilers en zwemmend op de rug wordt het een
steeds langere weg terug.
En wat mij hier vooral bind, zijn de kastelen die ik bouwde als kind. Maar deze zijn allang verdwenen en misschien is daarvan nog een zandkorrel in deze serene. En na de ondergaande zon werd zee
weer verlicht door het maanlicht. Maar toen dit was verschenen, wat ik uiteraard allang alweer verdwenen.
Het is dag twee en de ochtend begint met de gezelschap van zeemeeuwen. Eerst hoor je heel zachtjes pieee en na een stukje brood veel gekrijs en wordt de camping langzaam een zeemeeuwenparadijs.
Dan maar even naar Petten. Ook hier leeft men van de bloembollenteelt en toerisme. Het heeft een bijzonder strand, want hier vind je granaat met kwartszand. Door de watersnood in de vijftiende
eeuw werd Petten geheel weggeslagen. Daarom zie je hier geen duinen maar zeeweringen. Riante duinhuizen, een mooie uitkijk, een lange standafslag en een klein middelpunt van winkeltjes. Aan de
zeeweg bevindt zich nog een promenade met winkeltjes en galeries. En dichtbij nog het Restaurant De Goudvis met een Sparwinkeltje. Tegenover De Goudvis bevindt zich nog het mooie oude pand van
voormaling restaurant St. Maartenszee. Het is leeg en aldaar dus geen diner aan zee. En achter de dijk, niet zo belangrijk, nog het Wildrijk. Het Wildrijk is nog een enige stukje bos dat na de
aanleg van de zeedijk is overgebleven. Helaas is het verboden voor onbevoegden, want het is nu een recreatieterrein voor vergenoegden. Hoezo, het behoudt van het enige overgebleven bosje? In het
voorjaar is het wel een prachtig paradijs van wilde hyacinten.
Vervolgens rij ik terug naar de St. Maartensvlotbrug. De brug beweegt zicht langs de x-as en bestaan uit een op- en afrit die vanaf de wal naar een vlot leiden. Het vlot wordt dus naar de op- en
afrit getrokken. Alleen het op en afrijden duurt langer, omdat het brugdek dus beduidend lager ligt.
Nog even naar de plaats waar mij moeder veel over heeft verteld. Het is Groenveld. En met aandacht kijk ik naar het huis waar zij is grootgebracht. 175 inwoners, weinig entertainment, een
picknickplaats en 4 straten. De bewoners zijn daar actief in de agrarische sector. En om de molen is het de plaats van de tulpen, irissen en gladiolen. Twee honderd meter vanaf de woning op de
Groenveldsdijk staat de Groenvelder. Het is een in de zestiende eeuw gebouwde grondzeiler voor het bemalen van de polder. Deze molen is voorzien van fokken en uitneembare borden. Verder is het
voorzien van een stale vijzel.
De volgende dag nog even in de zon op Abbestee. Even later:’ verrek, een dik wolkendek.’ Op een gegeven moment hoor je weinig mensen meer praten, het is verlaten en er is niets achtergelaten. Ik
ga naar het andere water, het eerste en tweede water ofwel het Zwanenwater. Het ligt verscholen in de duinen. Even een wandeling van 4,5 km door de duinvalleien vol bloemen en vanuit
vogelkijkhutten de ganzen spotten. Door de aanleg van de zeedijk in 1596, ontstonden hier duinen, valleien en meren. Doordat men in de 17e eeuw hier zwanen fokte, gaf men het gebied zijn naam. In
de tweede wereld oorlog, op 15 jan. 1941 werd hier door een Duitse nachtjager een Engelse bommenwerper van het type Armstrong Whitworth Whitley MK V neergeschoten. De brokstukken kwamen in het
Zwanenwater terecht. 1 van de vijf bemanningsleden is nog vermist en er wordt aangenomen dat zijn stoffelijke resten in het Zwanenwater rusten. Het gaat om de piloot Officer Melville Percy
Griffiths, toen 35 jaar oud. Het was 1941, dichtgevroren ijs, de pletter geslagen stoffelijke overschotten, brokstukken van het vliegtuig en nu het bankje ter nagedachtenis en het Commonwealth
War Graves Commission, aldus de historische vereniging van Callantsoog.
Dan nog een dagje naar Schoorl aan zee. Geflankeerd door duinbossen, de zee alleen per fiets of lopend bereikbaar en veel tijdelijke seizoenbebouwing. Verder op Schoorl, een verwijzing naar lo =
bos. In de tiende eeuw heette het Scoronlo. En natuurlijk bekend van het legerkamp door Duitse bezetters gebruikt als o.a. concentratiekamp. Vanuit dit kamp werden 649 joden getransporteerd.
Verder, waarvan deze plaats het meest bekend is, het mooie duinbos, 1800 ha en een klimduin van 51 meter.